De “Ramoudtjes”
Vóór het Mercatordok te Oostende sloeg een diervriendelijke bewoner van een flat dagelijks gedurende lange tijd het reilen en zeilen gade van op zijn balkon. Meermaals per dag kreeg hij het gezelschap van een koppel Zilvermeeuwen, die als standbeelden postvatten op het scheidingsmuurtje met het appartement van de buren.Af en toe stopte de bewoner hen wat eten toe, waarbij het bazig Zilvermeeuw-mannetje hem af en toe geniepig in de vinger beet, maar het deerde de vriendelijke man niet. Na het broedseizoen brachten ze zelfs hun enig jong om bij te man te gaan eten...
Toen het appartement verkocht werd in 2006, bleven de “Ramoudtjes” ook achterwege. De nieuwe eigenaars dulden wellicht geen “meeuwen-pottekijkers”.
“Wardje”
Het kleurringen-project verschaft soms leuke bijblijvende momenten: zo werd in 2000 een jonge Zilvermeeuw in een nest van drie van een blauwe ring met de lettertekens “BWAR” voorzien. Het nest bevond zich op het dak van het station te Oostende en het doel was om het gedrag en de verplaatsing van de jongen van de dakbroeders te kunnen opvolgen.BWAR, gemakshalve Wardje genoemd, groeide op in een prachtig gezin met zorgzame ouders in de onmiddellijke omgeving van het treinstation. In 2004 zorgde de intussen fel opgeschoten jongeling al voor twee prachtige gezonde jongen. Zijn nest bevond zich ongeveer op dezelfde plaats waar hij geboren werd. Sindsdien zorgt hij elk jaar steevast voor nakomelingen, ook in 2007 waren er opnieuw twee jongen.
Wardje kan je bijna dagelijks aantreffen in de omgeving van de “fly in gull-restaurant” van de Vistrap.
“Monty”
Door het aanbod van visafval aldaar, is de Vistrap een ware trekpleister voor meeuwen afkomstig uit verschillende landen: naast België komen er ook meeuwen uit Nederland, Frankrijk, Duitsland, Polen, Denemarken, en vooral Noorwegen. Ooit was er zelfs een Russische zilvermeeuw te gast!Een “abonnee” eind 2007 was een Britse zilvermeeuw met witte ring en nummer A3MM. Van deze meeuw weten we dat ze in Felixtowe als jong van het dak sukkelde en opgeknapt werd in het plaatselijk revalidatiecentrum, waarna hij korte tijd nadien bij ons in België verzeild geraakte.
Op een zonnige dag was hij een vuilniszak aan het openpikken op de drukke Visserskaai. Enkele Britse toeristen slenterden er voorbij en een vrouw riep hem vermanend toe “You naugthy Boy!” waarop Roland haar lachend zei: “He is British! It’s already six months that he stays at Oostende, and the town likes to please him!” Daarop antwoordde de dame: “Good for him, did you gave him a name?”. “Yes, we call him: Monty! Because Marshal Montgomery liberated us in September 1944 at the end of the war, and that’s the reason why that dock received his name: the Montgomery-dock!”.
Ze zetten hun wandeling voort en voelden zich trots door zoveel aangedane eer!
“Jean”
“Last but not least” is er nog “Jean” de Grote Burgemeester. “Onze” Grote Burgemeester is een broedvogel uit het Hoge Noorden (IJsland, Scandinavië) die sinds elf opeenvolgende jaren in oostende komt overwinteren aan de Vistrap. Hij komt hier stereotiep aan in de loop van de maand september en vertrekt opnieuw naar het Hoge Noorden op het einde van maart.Wij noemden hem “Jean” naar de authentieke burgervader van Oostende dhr Jean Vandecasteele en bovendien was zijn eerste vaste stek: de dakgoot van het intussen verdwenen visrestaurant “Old Fisher bij Jean”. Op vele websites reeds gepubliceerd is hij intussen de beroemdste “folklore-meeuw” van Oostende geworden en hij lokt elk jaar een groot aantal vogelkijkers uit binnen- en buitenland naar de “Koningin der Badsteden”.
De mensen werkzaam op de Vistrap weten dat “Jean” al een zekere status verworven heeft, noemen hem inderhaast af en toe verkeerdelijk: “de Baron” of “de Ambassadeur”.
Hopelijk blijft hij nog lange jaren onze “meeuwenstad” Oostende met zijn tegenwoordigheid vereren, met de wetenschap dat grote meeuwen meer dan dertig jaar oud kunnen worden... “Het ga je goed Jean!”
Heb je zelf ook een leuk verhaal over meeuwen?
Stuur dit dan naar info@kustbeheer.be!
